Stylist Leoni Huisman ontwikkelde de ideale capsulegarderobe
Dit artikel verscheen eerder in het voorjaarsnummer van ELLE, bestel hier een exemplaar, of neem gelijk een abonnement.
Je hebt niet veel kleding nodig om er goed uit te zien, zegt Leoni Huisman, oprichter van een creative studio en voormalig head of styling bij G-Star Raw. Ze ontwikkelde de ultieme methode voor de ideale capsulegarderobe. Minder keus maakt je stijl juist sterker, betoogt ze.
Als Leoni Huisman een workshop geeft over haar capsulegarderobemethode, is er altijd een moment waarop er een golfje van verbijstering door de zaal gaat. Dat is als ze de slide laat zien met het aantal looks dat je kunt maken met slechts 21 kledingstukken. Zeven broeken en rokken, of bottoms, zoals ze deze categorie noemt, en veertien tops. ‘Daar kan je dus 98 outfits mee maken. Die heb ik op een slide allemaal uitgetekend. Mensen vinden dat confronterend om te zien.’
Het verlangen naar een capsulegarderobe
Huisman werkte achttien jaar bij G-Star Raw waar ze verantwoordelijk was voor de look-and-feel van het merk. Ze deed als stylist shoots en fashion weeks in het buitenland en werkte samen met grote namen als Pharrell Williams. In die achttien jaar zag ze hoe de modewereld veranderde, onder andere door de komst van sociale media en e-commerce. Kleding moest voortaan ook op een heel klein scherm te zien zijn. De ontwerpen, kleuren en logo’s werden daardoor meer uitgesproken. Ook de productiesnelheid nam toe. Toen ze begon, maakten ze twee grote collecties per jaar, toen vier en uiteindelijk produceerden ze maandelijkse drops. Bij G-Star werden er ook grote budgetten vrijgemaakt voor onderzoek naar duurzaam denim, daarin loopt het merk nog steeds voorop. Maar toch voelde ze steeds meer die spagaat waarin de modewereld verkeert.
Toen ze ook nog ziek werd, waardoor ze aan huis gekluisterd was, begon ze op een andere manier na te denken over mode. Ze was net verhuisd en had al afscheid genomen van een groot deel van haar kledingkast. In al die jaren als stylist had ze zo veel kleding verzameld, het werd gewoon te veel. ‘Ik kwam in die tijd weleens bij modewinkel Rika, en daar hing alles aan een klein rek. Ik dacht: als dat toch je kast is, alles aan één zo’n rekje. Dat wilde ik ook. De meeste mensen worden misschien blij van heel veel kleren, maar als je je niet drie keer per dag omkleedt, dan red je het gewoon niet om alles te dragen. Ik had voor de verhuizing een walk-incloset en werd elke ochtend geconfronteerd met wat ik allemaal niet droeg. Daar werd ik een beetje droevig van. Ik merkte ook dat ik steeds minder blij werd van nieuwe dingen. Het smachten naar een paar nieuwe laarzen bleek ik leuker te vinden dan het daadwerkelijk dragen ervan.’
De capsulegarderobe-code kraken
Leonie Huisman was al begonnen met kledinglogs, waarin ze turfde hoe vaak ze welk item droeg. Ze had ook weleens gegoogeld naar de ultieme capsulegarderobe, maar ze kon maar één Amerikaanse vinden die het zo noemde, en die vertelde dan weer niet waaruit de ideale capsulegarderobe bestond. Maar toen ze ziek in bed lag, dacht ze ineens: maar ik ben zelf stylist. Ik kan zelf wel bedenken hoe de ideale capsulegarderobe eruit zou kunnen zien, een die ook nog modieus is. En: wat als ik die code voor iedereen kan kraken? Wat als
ik kan zorgen dat méér mensen blij worden van minder? Ze maakte haar eerste capsule van dertig kledingstukken. ‘Ik was heel trots, want ik had alleen maar mooie kleding in mijn capsule. Tot ik naar mijn schoonzusje ging, die drie katten heeft. Dan zijn satijnen bloezen niet zo heel handig. En als je een verjaardagsfeestje geeft voor je dochter waar heel veel wordt geknutseld ook niet. Gelukkig heb ik in het begin niks weggedaan; ik had alle kleren die niet in mijn capsule zaten in van die bakken gedaan met mottenballen. Daardoor kon ik fouten maken en een beetje bijsturen.’
Om haar methode verder te verfijnen, testte ze die op anderen. Daardoor werd ze gaandeweg steeds simpeler en effectiever. Huismans capsulegarderobe bestaat uit zeven bottoms en veertien tops. Plus zeven blijmakers waar je echt niet zonder kan, vijf paar schoenen en drie buitenjassen. En daar doe je dan drie maanden mee. Bij de wisseling van het seizoen, haal je de kleding die je even niet hebt gedragen weer tevoorschijn en stel je opnieuw een capsule van 36 stuks samen. Weinig? Nee, zegt Huisman stellig. Sterker nog, je wordt creatief van minder keuze.
‘Het uitgangspunt van mijn methode is: je hebt niet heel veel kleren nodig om er leuk uit te zien. Het belangrijkste is dat je kledingstukken in je capsule hebt die goed met elkaar matchen. Want dan ga je ze ook dragen. Het is een beetje zoals je vakantie-koffer inpakken. Dan bedenk je ook van tevoren slimme sets. Als je zorgt dat elke top zo ongeveer bij elke broek of rok kan, dan heb je nog minder nodig.’
Creatief met je capsulegarderobe
Het is minder saai dan je zou verwachten, drie maanden lang dezelfde items op repeat. Dat komt doordat je wordt gedwongen nieuwe combinaties te maken en de items net even anders te stylen. ‘Ik krijg regelmatig DM’s van mensen die de methode uitproberen en verbaasd zijn over de complimenten die ze krijgen over kleding die ze al hadden. Dat komt door die nieuwe combinaties, maar ook doordat je met minder kleren een wat duidelijkere persoonlijke stijl krijgt. Dat gaat anderen ook opvallen.’
Nog een voordeel van zo’n capsulegarderobe: je krijgt heel goed in de smiezen wat je wardrobe gaps en valkuilen zijn. Dat je wel heel veel witte T-shirts hebt bijvoorbeeld,
veel dezelfde type spijkerbroeken of juist weinig afwisseling in verschillende materialen. Daardoor ga je ook slimmer shoppen. Al is de kans ook groot dat je minder gaat shoppen, want tja, je ‘mag’ maar 36 items. En dan hoef je niet drie grote blazers, eentje is genoeg. En zes spijkerbroeken is ook te veel in een kleine capsule, want je hebt niet elke dag zin in een spijkerbroek.
Maar wat als je zin hebt in iets nieuws? Hoe ondervang je dat met een minimalistische capsule? Huisman: ‘Het zit in ons DNA om onszelf te vernieuwen. Ons brein beloont dat door de afgifte van dopamine en endorfine. Kleding kopen is een van de makkelijkste manieren om jezelf te vernieuwen. Tel daarbij op alle prikkels die je krijgt van sociale media en dergelijke over dingen die je allemaal zou moeten hebben – en het is niet
zo gek dat je kledingkast heel snel uitdijt. Maar je kunt ook heel blij worden van een trui die je al zes maanden niet hebt gedragen en weer tevoorschijn haalt. Het is niet helemaal hetzelfde als een gloednieuwe trui, maar daarin kun je jezelf wel trainen.’ En dat is niet alleen goed voor jezelf en je portemonnee, maar ook voor de planeet.
Weet waar je op moet letten bij een capsulegarderobe
In de twintig jaar dat Huisman in de mode werkt, is kleding steeds meer een wegwerpartikel geworden. Huisman: ‘Vroeger was kleding iets waarin je investeerde en wat soms generaties lang meeging. Maar in de loop der jaren is kleding niet alleen veel goedkoper geworden, maar ook veel slechter. De draden waarvan kleding is gemaakt zijn bijvoorbeeld dunner en korter geworden, waardoor kleding minder lang meegaat. Ook zijn de matrassen, de stapel stof waaruit kleding wordt gesneden, bij goedkope merken hoger geworden om kosten te besparen. Hoe hoger die matrassen, hoe minder ruim de stof is gesneden en hoe dichter de stof op de naden zit. Daardoor krijg je sneller gaten in de naden.’ Daar kan je dus op letten voordat je een item aanschaft.
Huisman let ook op de fit, zoals bij een sweater. ‘De meeste sweaters hebben een simpele boord, maar echt goede sweaters hebben een driehoekje in de boord. Dat komt uit het rugby, dat driehoekje zorgde ervoor dat die sweater makkelijk over je hoofd ging. Als het goed is, is dat driehoekje geribbeld, dat zorgt voor extra stretch. Als een fabrikant daarin investeert, is de rest van de trui ook van goede kwaliteit, denk ik dan.’
Nog iets waar vaak op bezuinigd wordt: zakken in broeken. ‘Als broeken geen zakken hebben, dan vertrouw ik de rest van het kledingstuk ook niet. Want dan hebben ze gewoon te weinig aandacht voor hoe het is gemaakt. Heel soms heeft het te maken met het model, maar zeker bij goedkopere merken is het vaak gewoon een geldkwestie. Daarom vinden we vintage ook vaak tof, omdat daar nog wel oog is voor die details. Dan heb je een binnenzak met een klein stoffen lipje over een knoopje. Een van de middensegmentmerken die het wel goed doet is Uniqlo, dat werkt zijn patroondelen nog netjes af met biesjes, dat zie je aan de binnenkant van hun kleding. Goedgemaakte kleding hoeft dus niet per se duur te zijn. Als je maar weet waar je op moet letten.’
De komende nummers schrijft Leoni Huisman in ELLE een column over het finetunen van je persoonlijke stijl, met tips over waar je op moet letten als je kleding koopt, wat slimme investeringen zijn en hoe je kan mixen en matchen wat je al hebt.