‘Alles wordt duurder, maar onze vergoeding gaat niet omhoog’
David Jansen.
Foto: Johan Bouwmans
Steeds meer fysiotherapeuten stoppen met hun vak. De werkdruk is hoog, de beloning laag en het toekomstperspectief onzeker. Dat zorgt voor langere wachtlijsten, minder beschikbaarheid en groeiende frustratie. Metro spreekt met twee fysiotherapeuten. David Jansen, eigenaar van een praktijk in Limburg en in Noord Brabant, is gestopt, eerstelijnsfysiotherapeut Eva* wil gaan stoppen.
Terwijl de zorgvraag toeneemt, sluiten steeds meer praktijken voor fysiotherapie hun deuren. Volgens nieuwe cijfers van de Fysiovakbond FDV overweegt 70 procent van de eerstelijnsfysiotherapeuten serieus om het vak te verlaten.
Eva werkt al 23 jaar als fysiotherapeut, waarvan de laatste zeven als zzp’er in een eerstelijnspraktijk. Ze doet haar werk met toewijding, maar de grens is in zicht. Met pijn in haar hart, heeft ze besloten te stoppen met haar vak. „Fysiotherapie is een prachtig vak. Je helpt mensen als ze kwetsbaar zijn, soms letterlijk in hun eigen woonkamer. Als je iemand langere tijd begeleidt, voel je je bijna onderdeel van het gezin. Dat maakt het werk bijzonder. Pijnlijk is dat het financieel gewoon niet meer klopt.”
Tarieven voor fysiotherapie stijgen nauwelijks
Per behandeling ontvangt Eva ongeveer 35 euro. „Daarvan gaat 35 procent naar de praktijk. Wat overblijft is bruto, en daarvan betaal ik alles zelf: verzekeringen, pensioen, bijscholing. Als ik ziek ben of op vakantie ga, verdien ik niks.”
De tarieven van zorgverzekeraars stijgen nauwelijks, vertelt ze. „Bij sommige krijgen we er vijftig cent of een paar euro bij per behandeling.” Maar dat staat volgens Eva niet in verhouding met de kosten van het dagelijks leven. „Huur, boodschappen, energie: alles wordt duurder, maar de vergoeding stijgt niet. Er is geen rekening gehouden met economische groei.” Patiënten zijn hier ook de dupe van: ook dit jaar is het zorgverzekeringspakket behoorlijk uitgekleed. Er wordt steeds minder vergoed: voor fysiotherapie moet je sowieso een aanvullende verzekering afsluiten. Dat terwijl de premie stijgt.
Carrièreswitch is lastig
Eva kent meerdere collega’s die ermee worstelen. „We praten er ook onderling over. Het is geen taboe meer. Zelf denk ik er ook over om verder te kijken, al weet ik nog niet precies wat. Je wordt opgeleid tot fysiotherapeut, en dat is het dan. Als je wilt switchen, moet je vaak een hele nieuwe opleiding volgen. Dat maakt het lastig.”
De verschillen met collega’s in ziekenhuizen of revalidatiecentra zijn groot. „Daar is een cao, met afspraken over pensioen, een dertiende maand, studiekosten. In de eerste lijn moet je alles zelf regelen. Het verschil in salaris kan oplopen tot dertig procent. En dan moet je daar ook nog tussenkomen, wat zonder ziekenhuiservaring niet vanzelfsprekend is.”
Oplopende wachtlijsten
Ook David Jansen, eigenaar van een praktijk in Limburg en in Noord Brabant, ziet de druk oplopen en de uitstroom toenemen. Rond de kerstdagen vorig jaar maakte hij zelf de beslissing om te stoppen. De praktijken zet hij nog wel voort. „In Venray zitten we nu al met een wachtlijst van vijf weken. Mensen die net zijn geopereerd, moeten soms de hele regio afbellen om ergens terecht te kunnen. Onverwacht naar de fysio gaan is niet meer vanzelfsprekend in sommige regio´s.”
Volgens hem was het probleem al langer zichtbaar, maar wordt het nu pas écht voelbaar. „Je ziet steeds meer goede mensen verdwijnen, collega’s met jarenlange ervaring en waardevolle kennis. En ondertussen groeit de druk alleen maar. Intern vragen we elkaar ook: wie kan er nog even langs, wie heeft nog ruimte?”
Rol van zorgverzekeraars is bepalend
De rol van zorgverzekeraars noemt Jansen bepalend. „Zij bepalen de tarieven. En die tarieven zijn gewoon te laag. Er zijn therapeuten die contractvrij gaan, zodat ze hun eigen prijs kunnen bepalen. Maar het is lastig om daar een volle agenda mee te houden. Zeker als je net begint.”
Fysiotherapeuten maken omzet als ze behandelen, maar daarbuiten kunnen ze niet declareren, terwijl dat soms wel nodig is. „De werkgever denkt vaak mee, maar het verdienmodel staat behoorlijk onder druk.”
Voor specialisaties is tekort nijpend
Jansens twee praktijken hebben een breed aanbod, bijvoorbeeld medische trainers voor minder complexe klachten. „Maar als iemand echt gespecialiseerde hulp nodig heeft, dan wil je daar een ervaren fysiotherapeut voor inzetten. En juist die mensen stappen nu uit het vak.”
Voor specialisaties als bekkenfysiotherapie is het tekort nijpend, met lange wachttijden. Het is ook moeilijk om daar gespecialiseerde fysiotherapeuten voor te vinden, geeft hij aan. Jansen ziet collega’s zich steeds vaker oriënteren op alternatieve richtingen, zoals osteopathie.
Oriëntatie op alternatieve richtingen
„In Duitsland is dit veel beter geregeld”, zegt Jansen. „Daar is meer waardering voor fysiotherapeuten. Duitse grensdorpen maken reclame voor vacatures in Nederland, met de tekst ‘Wij waarderen jullie wel’.”
Ook brengt een eigen praktijk veel kosten met zich mee. „Een diëtist kan haar behandelingen geven in een kamer van 12 vierkante meter, wijn hebben een behandelkamer en een oefenzaal nodig, en bovendien apparatuur. Ik heb drie kooppanden en één huurpand, maar de huur is zo stevig dat ik zou stoppen als dit mijn enige vestiging was, gezien het werk dat ik als praktijkhouder moet doen en gezien het verdienmodel.”
Een mooi vak dat onder druk staat
Beide fysiotherapeuten benadrukken dat ze hun vak met hart en ziel uitvoer(d)en, maar dat dat niet genoeg is. „Ik wil niet stoppen”, zegt Eva. „Maar ik moet ook mijn huur kunnen betalen. Het vak is fantastisch én frustrerend tegelijk. Dat maakt het zo ingewikkeld.” Jansen: „Het is een prachtig beroep, maar je moet mensen wel binnenhouden. Als je ziet hoeveel er nu afhaken, weet je: dit kan zo niet doorgaan.”
Ook aan de kant van de patiënt wordt de druk op de fysiotherapie voelbaar. Uit de Patiëntenmonitor 2024 van Patiëntenfederatie Nederland, waaraan meer dan 10.000 mensen deelnamen, blijkt dat de toegankelijkheid van zorg ernstig onder druk staat. 13 procent van de deelnemers gaf aan zorg te hebben gemeden of uitgesteld vanwege hoge kosten, en maar liefst 42 procent zegt minder vaak of helemaal niet naar de fysiotherapeut te zijn gegaan vanwege financiële drempels.
Cijfers zijn ‘zorgwekkend’
Fysiovakbond FDV noemt deze cijfers zorgwekkend. Volgens de bond laten de uitkomsten zien dat „het aantal mensen dat fysiotherapie nodig heeft, hoger ligt dan het aantal mensen dat fysiotherapie gebruikt.” Terwijl de zorgvraag dus toeneemt, verlieten vorig jaar meer dan 3000 fysiotherapeuten de eerstelijnszorg. Een belangrijke reden: zij kunnen elders in de zorg als fysiotherapeut tot 60 procent meer verdienen. „We hebben alle fysio’s nodig om aan de zorgvraag te kunnen voldoen”, waarschuwt de bond.
*Vanwege privacyredenen wil Eva niet met haar volledige naam genoemd worden. Haar naam is bekend bij de redactie.