Economie

De verzilvering van de wereldeconomie

Laten we het, vriendelijk, een voorbeeldfunctie noemen: de wereld wordt op dit moment bestuurd door liefst vier oudere werknemers. De Chinese president Xi Jinping is 71 jaar (en wordt in juni 72). In Rusland presideert Vladimir Poetin, 72 jaar. Dan is er Narendra Modi, minister-president van India en inmiddels alweer 74 jaar. En niet te vergeten Donald Trump, de 78-jarige president van de Verenigde Staten, die in juni 79 wordt. Ook Brazilië heeft met Lula da Silva (79) trouwens een president op leeftijd.

De gemiddelde ouderdom van deze wereldleiders zal flink toenemen. Trump heeft nog bijna vier jaar voor de boeg. Poetin hoeft zich geen zorgen meer te maken over een gelimiteerde zittingsduur, Xi evenmin. En Modi is nog maar een jaar bezig in zijn inmiddels derde termijn van vijf jaar.

Zo doet zich een opmerkelijk fenomeen voor: Europa, het ‘oude continent’, heeft gemiddeld de jongste leiders. Nou ja: de nieuwe Duitse bondskanselier Merz is ook alweer 69. Maar Keir Starmer (VK) is 62, Georgia Meloni (Italië) is 48 en Emmanuel Macron (Frankrijk) 47.

Langer doorwerken is in hoog tempo een trend aan het worden, en niet alleen voor de mondiale gerontocraat. Het Internationaal Monetair Fonds wijdt in zijn jongste World Economic Outlook een flink hoofdstuk aan de veroudering van de wereldbevolking en de gevolgen daarvan voor de economie. Want hoewel de groei van de wereldbevolking later deze eeuw zal omslaan in krimp, blijft de gemiddelde leeftijd van mensen lang daarna nog toenemen. Dat heeft vooral te maken met toenemende welvaart en gezondheid.

Tussen nu en het eind van de eeuw neemt de gemiddelde leeftijd van mensen mondiaal toe met elf jaar. Het aandeel van de oudere bevolking stijgt razendsnel, met vergaande gevolgen voor economie en samenleving. Het IMF verwacht dat de economische groei in de loop van de tijd structureel afneemt. Daar zijn tal van redenen voor: de dienstensector, met name de zorg, wordt belangrijker vanwege de vergrijzing. En juist in de zorg is het, in tegenstelling tot de industrie, lastig om de productiviteitsgroei, een belangrijke bron van welvaartsgroei, te verhogen. Bijzonder ook: het IMF stelt dat een relatief ouder wordende bevolking minder nieuwe ideeën en uitvindingen bedenkt. En de bevolking in de werkzame leeftijd neemt sowieso al af.

Toch kun je het ook anders zien. Het IMF constateert bijvoorbeeld dat de levensverwachting de afgelopen twintig jaar wereldwijd is gestegen met vierenhalf jaar. En, opmerkelijk: de gezonde levensverwachting, dus het aantal jaren dat in goede gezondheid wordt doorgemaakt, steeg evenveel. Dat betekent dat er niet alleen meer levensgeluk is, maar vooral dat mensen langer kunnen – en misschien ook wel willen – werken.

Als die trend, waarbij het aantal gezonde levensjaren gelijke tred houdt met het aantal extra levensjaren, zich voorzet, heeft dat flinke gevolgen voor de economische vooruitzichten. Want hoe langer mensen actief blijven op de arbeidsmarkt, hoe gunstiger de verhouding tussen werkenden en niet-werkenden wordt. Meer werkenden leveren een bredere basis voor de sociale zekerheid en zorg. Dat zie je hier, voor een geselecteerd aantal landen. De gemiddelde economische groei neemt dan, zeker in de eerstvolgende kwart eeuw, fors toe ten opzichte van de huidige prognoses. Wereldwijd gaat het om 0,4 procent economische groei, gemiddeld elk jaar.

Want dat blijft de belangrijkste remedie tegen een dalende beroepsbevolking: mensen moeten langer aan de slag blijven. Kan dat ook? Het IMF haalt een onderzoek aan, de Gateway to Global Aging Data van het Amerikaanse National Institute on Aging, waaruit blijkt dat de cognitieve functies van iemand van 70 jaar nu vergelijkbaar zijn met iemand van 53 jaar in het jaar 2000.

Langer werken gebeurt al. In veel landen wordt – voorzichtig, want politiek explosief – de pensioenleeftijd verhoogd. Ook in Nederland is dat al gebeurd, van 65 jaar in 2012 naar 67 jaar en drie maanden tot aan 2029.

In de praktijk gaat het misschien nog wel sneller. Het Centraal Bureau voor de Statistiek houdt de leeftijd bij waarop mensen stoppen met werken. En die gaat veel harder omhoog dan de formele leeftijdsgrens. Zelfstandigen werken sowieso al langer door. Hoewel dat laatste soms misschien ook uit financiële noodzaak is.

Zijn we hier getuige van de Rise of the Silver Economy, zoals het IMF het allemaal noemt? Dat is heel goed mogelijk. En er is in ieder geval weer een nieuw optimistisch eufemisme bij. Eerder al: ouders van wie de kinderen het huis uit zijn, zijn niet langer empty nesters maar bird launchers. Tweedehands heet tegenwoordig pre-loved. En het lijkt een kwestie van tijd dat de ‘bonusmoeder’ de stiefmoeder vervangt in sprookjes – al dan niet boos.

Het grauwe ‘grijs’ en ‘senior’ worden nu in snel tempo vervangen door het vriendelijke ‘zilver’. Ja, het zijn allemaal uiterlijkheden. Maar om de nieuwe tijd aan te duiden toch niet slecht. Misschien wordt het dan ook tijd om in plaats van ‘vergrijzing’ voortaan te spreken van ‘verzilvering’. Figuurlijk, en hopelijk ook letterlijk.




Related Articles

Back to top button