Fed-baas Powell houdt zijn kwelgeest Trump op afstand, maar zijn bestuur begint verdeeld te raken
Ongekende, steeds zwaardere politieke pressie vanuit het Witte Huis op de centrale bank om de rente te verlagen: zou die centrale bank, de Federal Reserve, daarvoor zwichten?
Nee, voorlopig niet, kun je concluderen na de rentevergadering die de Fed woensdag in Washington hield. De door Jerome Powell geleide centrale bank hield de rente ongewijzigd, op een bandbreedte tussen de 4,25 en 4,5 procent.
De Fed vindt het risico dat de inflatie toeneemt vooralsnog te hoog om een renteverlaging te rechtvaardigen. Zo gaat de centrale bank in tegen president Donald Trump, die via forse renteverlagingen de economie wil aanjagen en de staatsschuld betaalbaarder wil maken. De president maakte dat de voorbije weken steeds luider duidelijk, onder meer door te dreigen met het ontslag van Powell.
Tegelijk raakt de Fed intern toenemend verdeeld. Twee van de zeven vaste bestuursleden van de Fed stemden tegen het rentebesluit. Deze dissidenten hadden wél een renteverlaging gewild. Het Fed-bestuur bestaat uit zeven vaste bestuurders plus vijf hoofden van regionale Fed-afdelingen. Sinds 1993 kwam het niet voor dat twee vaste bestuursleden officieel bezwaar aantekenden, schrijft The Wall Street Journal. Het gaat om Michelle Bowman and Christopher Waller, die allebei door Trump werden benoemd tijdens diens eerste termijn (2017-2021). Volgens Amerikaanse media wil Waller graag Powell opvolgen, die overigens ook door Trump werd benoemd. Powells termijn loopt af in mei 2026, als hij niet eerder door Trump de deur wordt gewezen.
‘Domkop’
President Trump eist van Powell en zijn bestuur drastische renteverlagingen – van drie procentpunten, opperde hij onlangs – onder meer omdat dit de economie zou helpen en de staatsschuld betaalbaarder zou maken. De voorbije weken voerde Trump zijn aanvallen op Powell op. Hij noemde Powell onder meer een „vreselijk slechte” Fed-voorzitter, „te laat” (met renteverlagingen) en een „domkop”.
Als mogelijke ontslaggrond voor Powell suggereert het Witte Huis dat hij verantwoordelijk is voor kostenonverschrijdingen bij de verbouwing van het Fed-hoofdkwartier in Washington. Vorige week kwam Trump ongevraagd langs in het Fed-gebouw en probeerde hij Powell voor de camera’s te intimideren.
Na deze voor Powell zeer ongemakkelijke episode, die hij in de persconferentie diplomatiek een „prettig bezoek” noemde, was hij woensdag in zijn meer vertrouwde rol, in de perszaal van de Fed. Alsof er niets was gebeurd, gaf hij droogjes de economische argumenten voor het gelijk houden van de rente.
De voorbije weken voerde Trump zijn aanvallen op Powell op en noemde hem een „vreselijk slechte” Fed-voorzitter
De Fed heeft een dubbel mandaat: prijsstabiliteit (gedefinieerd als inflatie van rond de 2 procent) en maximale werkgelegenheid. Momenteel ligt de inflatie op tussen de 2,5 en 2,7 procent – „ietwat” boven de doelstelling dus, in Powells woorden. De werkloosheid ligt laag, op 4,1 procent, de arbeidsmarkt is „robuust”, zei hij.
De inflatie begint verder op te lopen, vooral door duurdere import, onder meer van speelgoed, kleding en interieurartikelen. Winkelketens als Walmart kondigden in mei al aan dat ze hun prijzen zouden verhogen als gevolg van de importheffingen. De inflatie in de VS zal „boven het doelniveau blijven”, schreef het Internationaal Monetair Fonds dinsdag in een economische analyse.
Lees ook
Met zijn aanvallen op de Fed zaagt Trump aan een pijler van het financiële systeem
Powell zei dat de vraag de komende tijd zal zijn of de extra inflatie door de invoerheffingen „kortstondig” zal blijken te zijn, of juist „hardnekkig”. „Dat risico moeten we gaan beoordelen en managen”, zei hij. Nog vers in het geheugen heeft de Fed zijn verkeerde inschatting van de inflatie van vlak na de coronapandemie. De Fed onderschatte, net als andere centrale banken, de duur en de hoogte van de inflatie.
‘Niet onze zaak’
Powell zei, met andere woorden: op dit moment kunnen wij, vanwege Trumps eigen handelsbeleid, de rente niet verlagen. Hij liet open of dit bij de volgende rentevergadering in september wel kan: in de tussentijd zal de Fed veel nieuwe economische data binnenkrijgen, ook over de economische groei, die nu afneemt.
En Trumps argument, dat de Amerikaanse overheid goedkoper kan lenen als Powell de rente verlaagt? Daar was de Fed-baas heel helder over: dat is niet onze zaak. „We hebben een mandaat en we houden geen rekening met de kosten voor de regering van veranderingen in de rente.”
De verdeeldheid binnen het Fed-bestuur schilderde Powell af als een gezonde inhoudelijke discussie over de stand van de inflatie en van de arbeidsmarkt. „Dit was een goede vergadering.”
Dit rentebesluit is zeer tegen het zere been is van president Trump en dreigt de campagne vanuit het Witte Huis tegen Powell alleen maar heviger te maken. In toenemende mate leidt Trumps bemoeienis met de Fed tot zorgen over aantasting van de onafhankelijkheid van de Amerikaanse centrale bank. Die onafhankelijkheid is volgens de meeste economen en beleggers een belangrijke pijler onder de financiële stabiliteit.
De bestuursvoorzitters van grote Amerikaanse zakenbanken als JP Morgan en Goldman Sachs waarschuwden de voorbije weken voor onrust op de financiële markten bij verdere politieke bemoeienis. Powell stelde woensdag dat de onafhankelijke positie „goed is geweest voor de Amerikaanse bevolking” en daarom „gerespecteerd moet worden”.
Niet voor niets, zei Powell, is er in alle ontwikkelde economieën „een beetje afstand” gecreëerd tussen politiek en monetair beleid. „Anders is er de verleiding om de rentestand te gebruiken voor, bijvoorbeeld, het beïnvloeden van de verkiezingen.” Dit wordt „in het Amerikaanse Congres goed begrepen” en is „zeer belangrijk”, zei Powell – zonder daarbij zijn kwelgeest Trump te noemen.