Geen geweld en seks, wel veel lekkere taarten in de cosy crime van Chris Bajema. ‘Ik hou gewoon van grappige boeken’
Een gewelddadig misdrijf? Dat is niets voor Chris Bajema (53), gevierd podcastmaker en sinds kort ook schrijver. Zijn eerste detective bevat geen gedetailleerd beschreven verkrachting, geen slachtoffer dat met 47 messteken om het leven is gebracht, geen in stukken gezaagd lijk, nauwelijks bloed. In De mosterdmoorden houdt Bajema het gezellig, geheel volgens de regels van de cosy crime.
Bajema vertelt graag over zijn boek, bij hem thuis in de Amsterdamse Watergraafsmeer. Op tafel staan thee en speculaasjes – een lichte teleurstelling voor de verslaggeefster die na het lezen van De mosterdmoorden had gehoopt op een champagnebavaroise met een hart van framboos, of op z’n minst een ambachtelijke appeltaart.
Kruising tussen een Agatha Christie en Heel Holland Bakt
In Bajema’s debuut wordt namelijk doorlopend taart gebakken en gegeten, bij vele potten thee. Een van de personages heeft een bakmanie, ze kan maar niet stoppen, ze combineert rabarber met aardbei en gember, en citroen met een vleugje basilicum. Met enige overdrijving zou je Bajema’s boek een kruising kunnen noemen tussen een Agatha Christie en Heel Holland Bakt.
Taarten en gerechten, bakken en koken zijn vaste ingrediënten van de cosy crime-detectives, ook wel cosies genoemd, een genre dat vooral tot bloei is gekomen in Groot-Brittannië. Een ander kenmerk is dat de detective een amateurspeurder is. Meestal een vrouw van vijftigplus die pas gescheiden is, of om andere redenen een nieuw leven wil beginnen. Daarom is ze verhuisd van de grote stad naar een dorp of provinciestadje.
Geweld en seks zijn taboe in de gezellige misdaad, er mag wel een liefde ontluiken, maar niet worden ingelost. En altijd loopt er een kat rond in het boek.
Hoe heb je de cosy crime ontdekt?
“Ik begon luchtige boeken te lezen tijdens corona. Ik wilde weg van het nieuws, gewoon escapisme. In die tijd luisterde ik ook naar de hoorspelserie Agatha Raisin and the Quiche of Death en dat vond ik heel grappig en fascinerend. Dat bleek cosy crime te zijn.” In dit moordmysterie doet de hoofdpersoon mee aan een hartigetaartenbakwedstrijd, en dan blijkt haar quiche te zijn vergiftigd.
Bajema ging zich verdiepen in de geschiedenis van het misdaadboek, met al z’n verschillende subgenres, van de hard boiled tot de luchtige detective, van Edgar Allen Poe tot Stephen King, van de whodunit tot de whydunit. Al die kennis culmineerde in ‘De moordcolleges’, een vast onderdeel van zijn populaire podcast Man met de microfoon – Van huis uit. Met een speciale aflevering over Agatha Christie, de moeder van de cosy crime.
Intussen speelde Bajema met het idee om zelf een cosy te schrijven. Toen hij dat voornemen uitsprak op de radio, werd hij benaderd door uitgeverij Ambo-Anthos. In alle rust begon hij te schrijven, gedurende enkele jaren. Zijn boek was een belangrijk project toen hij met zijn vrouw Paulien Cornelisse en hun zoon Wiek een jaar in Sheffield woonde, in 2023-2024. Elke dag schreef hij een klein stukje.
Je hield voor de buitenwereld geheim dat je een detective aan het schrijven was. Waarom?
“Ik vond het heel fijn dat niemand het wist. Er zit helemaal geen druk op als je het stiekem doet. Niemand weet dat ik Repelsteeltje heet, zoiets was het. Het leek me leuk om op een gegeven moment te zeggen: oh, ik heb overigens een boek geschreven.
“We woonden in Sheffield op een heuvel, en elke dag liep ik naar beneden, naar het centrum, een dik halfuur. Ik ging in het café van boekwinkel Waterstones zitten, of op de eerste verdieping van Costa, zo’n koffieketen. Het was er een beetje smoezelig. Daar kende ik niemand, er was weinig afleiding, dus kon ik rustig tikken.”
Voel je je thuis in Engeland, ook als schrijver?
“Ja, ik ben gek van Engeland. Ik hou erg van boekhandels en ik spreek geen Frans, dus dan ben je op Engeland aangewezen. Je hebt er veel schrijvers die lekker luchtig kunnen schrijven. Witty, geestig, daar hou ik van. In Engeland wordt humor serieuzer genomen, in Nederland heerst toch meer het idee: het is grappig, dus het gaat nergens over. Maar tja, doe het maar eens, een leuk boek schrijven.”
Wat is er moeilijk aan luchtig schrijven?
“Ik ben sowieso een langzame schrijver – wat extra opvalt, omdat ik met een heel vlotte schrijver in huis woon. Ik moest zoeken naar de juiste toon. Grappen zijn moeilijk, soms ga je net over het randje heen, dan wordt het flauw. Ik heb lang over de proloog en het eerste hoofdstuk gedaan, die eerste pagina’s moesten meteen grappig zijn.”
Zo introduceert Bajema zijn hoofdpersoon in het boek: ‘Jules Hesseling was een vrolijke, extraverte, frêle vrouw van vierenvijftig jaar (zesenvijftig voor familie en vrienden)’. Deze Jules is de nieuwe directeur van het streekmuseum in Damburgh, een fictief Hanzestadje waarvoor Bajema inspiratie opdeed in Doesburg. Op haar eerste werkdag wordt ze geconfronteerd met een moord in de beeldentuin. En het blijft niet bij één dode.
Je hoofdpersoon is een vrouw, de meeste lezers van cosy crime zijn ook vrouwen. Maakte dat nog iets uit voor jou als schrijver?
“Nee, ik geloof het niet. Ik denk dat de meeste luisteraars van mijn podcast ook vrouwen zijn. Ik vond het leuk om me in een vrouwelijke hoofdpersoon in te leven. Er zit veel van mezelf in Jules. Zij is een flapuit, waardoor ze steeds in ongemakkelijke situaties terechtkomt. Dat heb ik ook, ik maak vaak per ongeluk rare bewegingen en ik heb kennelijk een paniekerig hoofd. Ik heb al een paar keer meegemaakt dat ik een café binnenliep en dat iemand dan vroeg: ‘Vanwaar de paniek?’ Dat onhandige, dat vind ik leuk om te beschrijven.”
Wat zegt het over jou dat je een gezellig boek wilt maken?
“Als je nu in de boekwinkel komt, zie je overal stapels thrillers, psychologische thrillers, literaire thrillers, alles is thriller. En dan het liefst met een krankzinnige seriemoordenaar. Dat was dertig jaar geleden helemaal niet zo, dat genre is ineens opgekomen. Ik vind het leuk om een niche te omarmen. En ik hou gewoon van grappige boeken.”
Past de cosy crime ook bij je positieve levensinstelling? In een podcastaflevering over de ziekte van Paulien vertel je over de gevulde koeken in het Anthonie van Leeuwenhoek-ziekenhuis. En over de leuke knutselhoek. Niet over kanker of andere narigheid.
“Ik denk dat ik van huis uit optimistisch ben, en van kleine dingen geniet. In mijn podcast zoom ik in op kleine, dagelijkse dingen, omdat ik ze waardevol vind. Als al het nieuws over de paus gaat, dan ga ik liever iets anders doen. Dan ga ik met mijn moeder naar het Begijnhof, waar ze vertelt over een kookcursus die ze lang geleden volgde. En over de Mars-verpakkingen die ze als kind zocht op straat, om bij inlevering een gratis Marsreep te kunnen krijgen.
“Ik leg graag dingen vast waaraan iedereen voorbijloopt. Als radiomaker ben ik niet geïnteresseerd in het grote nieuws of in scoops, ik probeer het bijzondere in gewone verhalen te ontdekken, vraag me altijd af: waar zit de schoonheid in? Die schoonheid ontdekken, dat vind ik het mooiste wat er is.”
Koos je daarom een streekmuseum als belangrijkste setting? Met een centrale rol voor de Heemkundekring, die op de museumzolder allerlei aandoenlijke spulletjes exposeert?
“Ja, ik heb een fascinatie voor dit soort musea en voor Heemkundekringen. Kijk, hier is het begonnen” – Bajema toont op zijn telefoon een foto van een pop in een boerenkiel, met een boerenzakdoek om zijn nek en een sigaret in zijn mond. De pop staat op de Museumzolder van de Heemkundekring in Willemstad. “Waarschijnlijk is dit een lokale verzetsheld.
“Ik bezocht die zolder in 2019 en vroeg me meteen af: zo’n Heemkundekring verzamelt heel veel spullen, wie gáát daarover, wie beheerst die enorme toestroom van spullen?” Dat is in De mosterdmoorden ook een van de verhaallijnen: de zolder is veel te klein voor de almaar uitdijende verzameling van de Damburghse Heemkundekring. En eigenlijk zou Jules de ruimte liever gebruiken voor een ambitieuze tentoonstelling.
Voelde je je niet beperkt door de regels van de cosy crime?
“Nee helemaal niet, ze geven houvast en tegelijkertijd kun je ermee spelen. In mijn boek werkt de politiecommissaris, een klungelige man, met zo’n groot prikbord met pijlen en foto’s van mogelijke verdachten. Je kent die borden wel van misdaadseries.
“Ik zat een keer met Paulien naar zo’n serie te kijken, en toen zei ik: ik geloof nooit dat rechercheurs in het echt ook zo’n prikbord hebben. Waarom zouden ze foto’s van de verdachten ophangen? Die zitten toch gewoon in de computer?
“Dus dat ben ik uit gaan zoeken. Het heeft me maanden gekost voordat ik een afspraak had met een rechercheur van een coldcase-team. En die vertelde dat die borden inderdaad onzin zijn, gewoon verzonnen om het onderzoek visueel te maken voor tv.
“Toch werkt mijn politiecommissaris wél met zo’n bord, en met een zelfverzonnen methode van ‘sferen’, waarmee hij zou kunnen voorspellen wie de volgende slachtoffers van de nog onbekende dader zouden kunnen zijn. Daar heb ik veel plezier in.”
Op de achterflap van je boek zie je er heel anders uit dan nu: je draagt een Engelse pet en een jagersgroene jas.
“Ja, ik dacht: als je cosy crime schrijft, moet je er ook uitzien als een landelijke cosy crime-schrijver. Dus ben ik in Sheffield naar de pettenafdeling van de Marks & Spencer gegaan. Een bekende die ik daar toevallig tegenkwam, heeft de foto gemaakt. De pet heb ik daarna gewoon weer teruggelegd.”
Je wijdde een aflevering van je podcast aan het fenomeen ‘signeren’ – ook dat hoort bij het schrijverschap. Heb je daar zin in?
“Ja, ik vind het altijd leuk om me in een nieuwe wereld te storten. Ik wil graag alle dingen doen die een schrijver doet. Dat zei ik ook tegen mijn uitgever: ‘Ik wil signeren’. Hij was verbaasd, want de meeste schrijvers vinden dat vreselijk, maar ik zei: ‘Hoe gaaf is het om ergens te zitten en er komt helemaal niemand langs’.
“Ik heb het nu een paar keer gedaan, en er kwamen best veel mensen hoor, luisteraars vooral. Maar ik vind het grappig om te bedenken: je rijdt van Amsterdam naar Deventer en daar verkoop je tien boeken, waarmee je niet eens de parkeerkosten dekt.
“Nee, dat vind ik helemaal geen tijdverspilling, integendeel, ik ontmoet altijd weer interessante mensen met wie ik een goed gesprek heb.”
Na De mosterdmoorden volgen, als het goed is, nog meer delen rond de sympathieke, onhandige museumdirecteur Jules. Bajema heeft alvast een signeerstempel laten maken, met als beeldmerk uiteraard een kat.
Chris Bajema (1971) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde. Hij werkte bij Radio 1 en maakt sinds 2015 zijn eigen podcast Man met de microfoon. Ook schrijft hij hoorspelen, solo en met anderen, onder wie zijn vrouw Paulien Cornelisse.
In 2021 liet Bajema zich inspireren door de gele Kanarie-boekjes uit de jaren dertig tot vijftig met pakkende titels als Wat gehuwden moeten weten. Voor een ander podcastproject, Een grote bruine envelop, verstuurde hij 250 enveloppen, met de vraag of de ontvangers hem een voorwerp wilden terugsturen. De mosterdmoorden is zijn eerste boek.
Chris Bajema
De mosterdmoorden
Ambo Anthos; 320 blz. € 22,99
Lees ook:
De binnenwereld van Man met de Microfoon Chris Bajema is oneindig interessant
Wat gebeurt er als de man die beroemd werd met een podcast over de verhalen uit zijn buurt, vooral thuis blijft?