Nederland

Kolom | Kunst kan de was doen

Wasgoed aan de lijn is een levend kunstwerk. De wasserij heeft een vaste volgorde, groot voor groot, type voor type, sok voor sok, kleur voor kleur. Alles is daar mogelijk. Een jurk beweegt in de wind, een overall wappert of wordt gekieteld, een laken speelt spook. Wasserij heeft levenslust. Geen wonder dat de kunsten wemelen van wasgoed. Bij Brueghel ligt het slaafs op de grond, bij Breitner speelt het met de wind.

Hoog boven de gigantische trap in het Bonnefanten Museum in Maastricht hing de Libanese kunstenaar Mounira Al Solh kinderkleding aan een lijn voor een installatie die herinnert aan de bomaanslagen die zij als kind te verduren kreeg. De sleutelscène van de film Een bepaalde dag speelt zich af tussen de wapperende lakens, waar een huisvrouw en haar homoseksuele buurvrouw zich verborgen en toch zichtbaar maken – een onvergetelijke metafoor voor hun positie onder het fascisme van Mussolini. In het Stedelijk Museum in Amsterdam doen foto’s denken aan de installatie van de Roemeense textielkunstenaar Ana Lupas. Een enorme lap stof zigzagt over golvend grasland, opgehouden door groepjes traditioneel geklede vrouwen. Het was 1970, Roemenië was een dictatuur waar alle verbeeldingskracht was uitgeroeid en prioriteit werd gegeven aan dit soort ongrijpbare maatschappijkritische alles-in-één-kunst. Maar het werk van Lupas ontsnapte aan de repressie omdat niemand dat stelletje Transsylvanische boerenvrouwen serieus nam. Dat maakt die ketting van vlaggen nog ontroerender.

Anook Cleonne: Verbergen (1,25×2,22m, 2018).
Foto Anook Cléonne

Oh ja, en dan die twee meter brede tekening van wasgoed in een bos. Dekbedden en lakens in felle kleuren en bekende patronen hangen in de lucht. Gezellig, thuis, tegelvloer. Maar de waslijnen zijn gespannen tussen zwartgeblakerde takken en de boomstammen gloeien rood. De Nederlandse kunstenaar Anook Cléonne maakte de tekening, inspiratie was een foto van een Hongaars vluchtelingenkamp, ​​vertelt ze. ‘Dat beddengoed was super kleurrijk’ en haar eerste associatie waren de tenten die ze in haar jeugd samen met haar broer met dekens bouwde, ‘in die veilige kindertijd van ons.’ Die herinnering stond ‘in strijd met de ontheemding van de kinderen in dat kamp’. Het leven gaat door in een vluchtelingenkamp, ​​zegt ze. ‘Je vluchtte, je verloor alles. Dan is decorum belangrijk, dat wil je behouden. Dus de vrouwen nemen textiel mee en houden het schoon.” Ze vervolgt: “Een waslijn is intimiteit die wordt getoond, persoonlijke spullen die niet bedoeld zijn voor de ogen van vreemden, zoals beddengoed en ondergoed.” Het gevaar, de ontheemding, de greep van de herinnering en de huiselijkheid, alles kreeg onderdak door Anook Cléonne in haar tekening van de kleurrijke was in het kale bos.

Ik was 16 en las in een roman van Hubert Lampo over ‘een regenboog van slipjes’ die te drogen hangen. Ik had Jan Wolkers zonder enig probleem gelezen, maar ik vond dit vervelend. Stront! Gluren kerel! Eww!

Tientallen jaren zijn verstreken en ik herinner het me nog steeds. Dus Lampo’s waslijn was zo slecht nog niet.




Source link

Related Articles

Back to top button