Subsidie moet waterstofsector op gang helpen, maar leidt ook tot discussie
Waterstof moet een belangrijke bijdrage leveren aan de energietransitie, toch komt de productie van de duurzame brandstof moeizaam op gang in Nederland. Er is bijna geen vraag naar omdat er geen aanbod is, en er is geen aanbod omdat er geen vraag is.
Een kip-en-eiprobleem dat de sector in een lastige positie brengt, zegt waterstofexpert René Peters van onderzoeksinstituut TNO. “De overheid probeert nu met subsidies die markt op gang te brengen. In het begin moet dat gestimuleerd worden.”
De regering trekt ruim 700 miljoen euro uit voor elf waterstofprojecten. Maar coalitiepartij BBB stelde onlangs Kamervragen toen bleek dat drie van die projecten van plan zijn om de geproduceerde waterstof te verkopen aan het buitenland.
Kamerlid Henk Vermeer vindt dat niet kunnen. “Nederlandse subsidie van Nederlandse burgers en ondernemers moet in Nederland besteed worden.”
Vanuit Europese wetgeving is het niet mogelijk bedrijven te verbieden de waterstof naar het buitenland te exporteren. “Als dat niet gegarandeerd kan worden, dan maar niet,” stelt Vermeer.
Waterstofexpert Peters vindt het in tegenstelling tot de BBB geen probleem als gesubsidieerde waterstof naar het buitenland gaat. Sterker: “Als waterstof in Nederland succesvol wil worden, moeten we dat samen oppakken. Nederland investeert, maar ook Duitsland, België en Frankrijk doen dat. Het is logisch dat waterstof dan soms vanuit Nederland naar België gaat. Nederland gedijt het best als handelsland en er komt straks ook waterstof uit Duitsland naar Nederland toe.”
Verduurzaming van onze economie en onze energievoorziening is van Nederlands, Europees en mondiaal belang.
Het gebruik van waterstof zorgt ervoor dat de CO2-uitstoot vermindert zodat klimaatdoelen gehaald kunnen worden. Als de geproduceerde waterstof naar het buitenland gaat, wordt de klimaatwinst dus dáár gerealiseerd. Dat vindt Vermeer “kamikazebeleid”. “Dan hebben we er nog een extra probleem bij. Wél ons geld kwijt, maar géén klimaatdoelen bereikt. Dubbel de sjaak.”
Het voelt inderdaad gek, beaamt demissionair minister van Klimaat en Groene Groei Sophie Hermans. “Maar dit is een heel belangrijke subsidie voor de Nederlandse economie én voor de Europese waterstofmarkt.”
De VVD-bewindspersoon vindt de stelling van de BBB “kortzichtig”. “De verduurzaming van onze economie en onze energievoorziening is van Nederlands, Europees en mondiaal belang. Uiteindelijk voeren we beleid om het in Europa en mondiaal voor elkaar te krijgen.”
Ook lokaal
Dat de waterstofsector niet alleen internationaal maar ook lokaal kan slagen, probeert Willem Biesheuvel van Energiehub Eeserwold te bewijzen. Dit project heeft overheidssubsidie gekregen en gaat een waterstoffabriek bouwen in het Overijsselse Steenwijk. “De energie wordt hier lokaal opgewekt, door middel van zonnepanelen op de daken van het gebouw hiernaast. Hierdoor kunnen we de waterstoffabriek direct voorzien van elektriciteit.”
De waterstoffabriek wordt vervolgens gekoppeld aan het naastgelegen tankstation, waar vrachtwagens het direct kunnen afnemen. “Daarnaast distribueren we de waterstof zelf ook met tankwagens in de regio.”
Biesheuvel begrijpt de ophef over de geëxporteerde waterstof wel, maar plaatst ook een kanttekening. “Er komt ook waterstof vanuit het buitenland naar Nederland toe. Het werkt een beetje twee kanten op.” Toch houdt hij het liever lokaal. “Dat is zeker de mooiste oplossing.”