Was wetenschappelijke publicatiebeheersing een ernstige fout of verborgen schandaal?
Mr. Dr. Mohammed al -Rubaie
2025-07-31T21: 31: 12+00: 00
Op 15 februari 2024 maakte het ministerie van Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek een stap die historisch leek, met strikte controles om wetenschappelijke publicatie toe te wijzen en afgestudeerde studenten toezicht te houden. Het verklaarde doel van deze controles was nobel en noodzakelijk: het bestrijden van wetenschappelijke diefstallen, roofzuchtige publicaties en het kopen van onderzoek van commerciële kantoren, om een eerlijke en geloofwaardige academische toekomst te garanderen.
Ik heb strikte instructies gesteld om een categorisch einde te maken aan de praktijken van plagiaat, diefstallen, vervalsing van teksten en resultaten, en afschrikwekkende boetes opgelegd aan de overtreders, variërend van het voorkomen van onderwijs, onderzoek of deelname aan de commissies voor meerdere jaren en het promoten van de student die bewezen is om onderzoek te kopen of te resorteren tot commerciële kantoren.
De toepassing van deze controles is al lang verlengd, vooral met de verergering van wetenschappelijke diefstallen, de aankoop van onderzoeksdocumenten en de komst van sommige van deze schandalen op de wereld. Verrassend, en misschien het schokkende, is dat hij nog geen nep, dief of in strijd heeft met publicatiecontroles die verantwoordelijk worden gehouden of toegepast op deze afschrikwekkende straffen hebben gezien.
Hier rijst de dringende vraag en roept het een diepe verrassing op: waren deze controles en instructies slechts een fout van de autoriteiten, omdat ze een niet -aangegeven beleid tegenspreken om corrupte en gestolen publicaties aan te moedigen? Of is de zaak veel dieper dan dat, en misschien de betrokkenheid van hoge ambtenaren en beheerders bij de vervalsing en zijn leiderschap onthuld, wat leidde tot het vervagen van het schandaal en het volledig bedekken?
Is het niet ons recht, maar eerder onze plicht om te vragen: waarom worden dergelijke controles uitgegeven als ze niet worden toegepast en geïmplementeerd? Twijfelde het ministerie aan dat het een grote fout had gemaakt die zou leiden tot het “onthoofden” van veel leiders van wetenschappelijk onderzoek, liever terugtrekken en de aanvraag over het hoofd zien? Deze vraag is niet alleen een tijdelijke vraag, maar eerder een roep van verrassing en achterdocht, die een schaduw werpt op de geloofwaardigheid van het hele academische systeem. Zullen deze bedieningselementen op papier inkt blijven, of is er iemand die het durft te implementeren en het resterende wetenschappelijke onderzoek te redden?